Schrijven

Het idee ontstaat

Op een leeftijd van achtenveertig constateerde het AMC bij mij een erfelijke afwijking. Vijftien jaar later is een experimentele behandeling ontwikkeld. Een ‘fout’ enzym wordt niet langer meegenomen bij de opbouw van een bepaald eiwit dankzij een indirecte aanpassing van het DNA (i.e. RNA anti-sense). Hierdoor is mijn belangstelling voor de genetica ontstaan. Ik wilde exact weten hoe het zit en dit aan anderen helder kunnen uitleggen.

Het tweede ingrediënt zijn berichten uit de actualiteit. Details geef ik niet, dat verraadt te veel van de plot. Wees oplettend: het kan breaking news zijn of een verhaal van iemand die je kent. Dagelijks kom je bruikbare ideeën tegen.

Bovenstaande twee componenten vormden het uitgangspunt van de plot voor Desert Lab. 

Onderzoek

De eerste uitdaging: Kan ik het onderwerp aan? Het vermogen om het intellectuele aspect van de thriller realistisch en begrijpelijk te beschrijven. Mijn kennis van gentechnologie was bovengemiddeld, toch bleek extra studie een must. Ook moest ik kennis opdoen over wapens, locaties, gebruiken, etc. Die zaken moeten kloppen. Hierbij hanteer ik de 99% regel. Als dat percentage van de lezers het verhaal logisch en correct vindt, dan is het voldoende.

De tweede uitdaging: Ben ik als schrijver voldoende bekwaam? Ik heb “Een bestseller schrijven voor Dummies” uitgespit, andere boeken geraadpleegd en het internet afgestruind. Om het vakmanschap verder onder de knie te krijgen ben ik te rade gegaan bij deskundigen.

De derde uitdaging: Relaties met de werkelijke wereld. Een voorbeeld: De milieu-activistische beweging noemde ik het Earth Liberation Front. Totdat ik erachter kwam dat in de USA het ELF door de FBI in 2001 werd beschouwd als de grootste binnenlandse terreurbeweging. Ik wilde geen verwijzing naar een bestaande club. Zo kwam ik op het Earth Salvation Front (ESF).

Structuur ontwerpen

Ik legde het fundament door het beginincident vast te stellen, de blinde vlek en de drie keerpunten (het steeds sterkere negatieve antwoord op de vraag of het lukt om het evenwicht te herstellen). Vervolgens bepaalde ik de momenten waarop ik iets weggeef aan de lezer en waar ik die op het verkeerde been zet. Op welk moment weet de hoofdpersoon meer dan de lezer, op welke momenten is het omgekeerde het geval en wat zijn de effecten daarvan op de lezer. Tenslotte bepaalde ik het verloop van de climax.

Wat voor personages zijn nodig, met welke eigenschappen en achtergronden? Antagonisten dienen net zo levensecht te zijn als protagonisten. Het viel op dat de hoofdpersoon te veel aan het denken was; ik creëerde een sidekick.
Feitelijk was ik een boek aan het ontwerpen en niet aan het schrijven. Maanden was ik bezig zonder een letter op papier te zetten. Navraag of andere schrijvers dit ook zo doen leerde me: sommigen wel, anderen niet. 

Plot samenstelling

Bij een thriller is de plot bovengemiddeld complex, ik stak daar veel tijd in. De hoofdstukken ordende ik naar subverhalen. Zo kreeg het boek naast de vier kwarten (gevolg van de plaatsing van de drie keerpunten) zeven ‘storylines’. Daar heb ik veel baat bij gehad voor de bepaling van de introductiemomenten van nieuwe personages, start- en eindgebeurtenissen en de consistentiebewaking.

Personages modelleren

Mijn personages verkregen over een lange periode geleidelijk aan meer diepgang. Dat betreft hun gedragsstijl, hun spraak en hoe ze reageren op dingen. Zijn ze brutaal, politiek, open of houden ze altijd hun kaarten tegen de borst (secret-portal). Soms is tijdens het schrijven aanpassing nodig. Eén personage was sterk, bovenmatig intelligent, charmant en bijdehand. Ideaal? Nee, eerder karikaturaal. Die maakte ik overgevoelig voor machogedrag en kreeg de karaktertrek ‘kinderachtig’ toegevoegd. Dat leidde zowel tot enkele hilarische scènes als herschrijfwerk in al bestaande hoofdstukken.

Evolutie van personages

Twee personages ontwikkelden zich autonoom, een verrassing voor mijzelf. Eén bleek een duister geheim te hebben dat zich stap voor stap openbaarde. Interessant, maar er was geen relatie met de hoofdlijn. Ik heb de plot aangepast totdat de verwerking van haar verleden een onmisbaar onderdeel was van de vertelling. Een antagonist ontwikkelde zich tot iemand waar je begrip en zelfs een zekere sympathie voor kan opvatten. Wees flexibel met je personages. Opmerkelijk: eenmaal gekozen namen van personen heb ik nooit veranderd.

Eerste tien hoofdstukken

Het schrijven begon vlot maar ik raakte steeds meer tijd kwijt aan het bewaken van de consistentie (tijdstippen, gebeurtenissen, plaatsen, de plotontwikkeling). Veel herlezen en verbeteren. Mijn spirit doofde en ik stopte ermee.

Keuze eerste hoofdstuk

Bij de eerste opzet koos ik voor de hoofdlocatie: het Desert Lab. Later was ik van mening dat zes nieuwe, belangrijke personages in het eerste hoofdstuk teveel is voor de lezer. Starten met de hoofdpersoon was logischer. Hij was nog in zijn relatieve evenwicht, er was weinig actie, te tam. Ik hakte de knoop door te beginnen met de opmaat naar het beginincident, al is de hoofdpersoon afwezig. 

Cliffhangers

Door per hoofdstuk van locatie/persoon te wisselen hoopte ik de spanning op te voeren. Mijn proeflezer vertelde dat de eerste drie hoofdstukken haar het gevoel gaven drie keer aan een ander boek te beginnen. Oeps! Daardoor ging ik meer letten op de momenten waarop ik nieuwe personen introduceer. Ook wisselde ik pas om de twee of drie hoofdstukken van locatie/persoon. Sterkere cliffhangers zijn een prettig neveneffect.

Van begin af aan hield ik een lijst bij van hoofdstukken met de verteller van dat hoofdstuk. Ik probeerde altijd sterk te focussen op die persoon. 

Het interbellum

Het middengedeelte. Veel herinnering heb ik hier niet aan, af en toe een opleving. Stukje schrijven. De climax stond mij al lang helder voor de geest, de weg ernaartoe bleef vaag. Ik had vanaf een vroeg stadium een tabel met de essentie per hoofdstuk in twee regels. Dat bleek onvoldoende, meer detail was nodig.

Laatste derde deel van het boek. 

Om die impasse te doorbreken heb ik elk toekomstig hoofdstuk overdacht en er een samenvatting gemaakt van maximaal tien regels. Geen volzinnen, trefwoorden. Daarna ben ik gaan schrijven zonder te letten op zinsbouw, taalcorrectheid of consistentie. Gaan met die banaan. De hoofdstukken vlogen er achterelkaar uit. Lekker en productief schrijven, heerlijk. Alle controles deed ik achteraf. Pas dan voegde ik zaken toe als ‘Donderdagochtend’  ‘Bij de start van het weekend’, ‘Die avond’, etc. De volgorde van de hoofdstukken heb ik een enkele keer aangepast, samengevoegd of gesplitst. Deze aanpak werkte erg prettig. De vraag is of ik deze aanpak vanaf het eerste hoofdstuk had kunnen toepassen.

Titel

Mijn eerste titel was ‘Bacterie’, maar ik begon te twijfelen aan de aantrekkelijk daarvan. Ik was al over de helft toen op ‘DNA’ kwam. Een containerbegrip, te algemeen. Tenslotte heb ik voor ‘Desert Lab’ gekozen. Ik voegde de subtitel ‘Het Milieu-Offensief’ toe. Enerzijds om duidelijk te maken dat het om een Nederlandstalig boek gaat, anderzijds omdat stoute plannen voor een tweede deel, misschien wel een trilogie, ontstonden. Deze krijgen dan de subtitel ‘Het . . . Offensief’.

Flaptekst en synopsis

Deze heb ik gemaakt toen het boek voor 85% gereed was. Twee simpele klusjes. Ik heb veel gekeken naar boeken van bekende schrijvers. Beter goed gejat dan slecht bedacht. Voor de flaptekst mijns inziens het juiste moment. Ik heb het gevoel dat het beter is de synopsis tijdens de eerste schrijffase op te stellen. Voor deel twee heb ik dat gedaan.

Data-management

  • Tijdens hele schrijfproces een bestand per hoofdstuk.
  • Na forse toevoegingen en/of wijzigingen een nieuwe versie van dat bestand.
  • Voor het makkelijkterug vinden werkte ik met hoofdstuknummers plus titels.
    (Het boek heeft alleen hoofdstuknummers)
  • Een Excelbestand ‘Cast’ (foto’s en persoonsbeschrijvingen).
  • Een Excelbestand ‘Chapters’ (eigenschappen en korte beschrijving per hoofdstuk).
  • Per maand maakte ik een back-up van alle bestanden in een aparte directory.
  • Voor deel twee gebruik ik Scrivener, tot nu toe bevalt dat goed.

Totale versie

Nadat het concept van elk hoofdstuk klaar was en meermalig gecontroleerd heb ik alles tot één bestand samengevoegd. Vanaf dat moment werkte ik met totaalversies. Daarna heb ik alles opgemaakt inclusief koppen en paginanummering. Ook de colofon, titelpagina’s en dankwoord toegevoegd. Tenslotte het boek een maand laten rusten. Na de “Schrijven is schrappen”-fase was 6% van de oorspronkelijke tekst verdwenen. De proeflezers gingen aan de slag.

Website

De primaire functie is niet promotie of bloggen. Ik wilde content aanbieden waar de lezer wat aan heeft.

  • Beschrijving van het Desert Lab (plattegronden).
  • De plaatsen in de USA waar een deel van het verhaal speelt (kaarten).
  • Een overzicht van personen per belangengroep.
  • Een alfabetische lijst personen op voornaam en hun rol.
  • Achtergrondinformatie over de auteur en de illustrator
  • Toelichting op het schrijfproces en het illustreren
  • Foto’s van objecten en locaties.

Final words

Veel tijd en spirit: schrijven.
Veel tijd, weinig spirit: onderzoekwerk.
Weinig tijd, wel spirit: herlezen, controles en correcties.
Weinig tijd en weinig spirit: neem een kop koffie of een glas wijn.