De auteur

Leo Franssen is geboren in Amsterdam-West als oudste van drie kinderen. Bij de geboorte van de jongste van zijn twee zussen verhuisde de familie naar Diemen aan de andere kant van de stad. Daar heeft hij gewoond tot aan zijn trouwen op drieëntwintigjarige leeftijd.

Studie

Als studierichting koos Leo elektronica. Na enige tijd ontdekte hij dat de materie weliswaar interessant was, maar de praktijk hem niet lag. Tijdens stageperiodes bij het Nederlands Herseninstituut en het Dierfysiologisch Laboratorium maakte hij kennis met de informatica, die toen in de kinderschoenen stond. Het lopende onderzoek richtte zich op het bestuderen van de reukfunctie. Gedragingen waarbij de reuk een rol speelde moesten gecombineerd worden met activiteiten van neuronen in geselecteerde hersengebieden. Leo ontwierp en maakte computerprogramma’s om patronen te ontdekken en te analyseren. Daarvoor werd de Digital Lab 8/e machine ingezet. Begin jaren zeventig van de twintigste eeuw een geavanceerd stuk techniek, nu in het museum te bewonderen.

Werken

Na het ontdekken van zijn talent doorliep hij de ‘klassieke’ ICT-carrière: programmeur, ontwerper, informatie-analist, projectleider en consultant. Een tijd van cowboys, riante leasebakken en grootse feesten. Niets was te gek, de bomen groeiden tot in de hemel. Datex was de ICT-club waar Leo de langste tijd verbleef, negen jaren. Het principe van stationering bij verschillende opdrachtgevers stelde hem in staat een breed scala van bedrijfstypen te leren kennen. Het volgen van opleidingen was vaste prik: soms als incentive (weekje uit als beloning waarbij je nog wat opstak ook), soms met serieuze en pittige examens.

De glorietijd ging voorbij, ICT was niet langer het terrein van enkele weirdo’s die iedereen in z’n bedrijf wilde hebben. Het reizen nam steeds meer tijd in beslag door de toenemende verkeersdrukte. De eerste opdracht bij Datex (1977) was een opdracht van negen maanden bij de toenmalige NMB. Na afloop van de klus zei Leo ‘Als ik ooit in vaste dienst ga, dan is het bij dit bedrijf.’ In 1992 was het zover.

Na enige tijd had de NMB behoefte aan iemand die een MTP (middellang termijn plan) opstelde. Leo wilde dat wel doen, het ging over ICT en dat was bekend terrein. Het ging goed en smaakte naar meer. Net de veertig gepasseerd, de onrust van de midlife, tijd voor verandering. Drie jaar en negen officiële examens later mocht hij zich medewerker Management Accounting noemen. In de loop der jaren heeft hij zijn kennis verder uitgebouwd. Als boundery spanner (zowel ICT als Finance) wist de ondertussen ontstane ING hem te waarderen. Na eenentwintig prettige jaren ging hij in op de aangeboden vertrekregeling bij een reorganisatie om te genieten van zijn laatste fase, pensionado.

Schrijven

In het flatgebouw waar de familie Franssen op de tweede plus de bovenste etage woonde waren op de begane grond bedrijven gevestigd, waaronder drukkerij Dijkman. Op negenjarige leeftijd bood Leo Franssen een zelf geschreven boek aan over de verzorging van hamsters, inclusief tekeningen van eigen hand. Helaas is dit boekje nooit gedrukt en verloren gegaan.

In de vijfde en zesde klas van de Dallingaschool te Diemen had de meester besloten een klassenkrant uit te geven (ter leeringhe ende vermaeck). Alle kinderen moesten een stukje schrijven en van elkaar lezen. Daarna mochten ze de driekoppige redactie kiezen. Het sterkste en brutaalste jongetje van de klas, het mooiste meisje en Leo Franssen vanwege zijn verslag ‘Arm uit de kom gedraaid’ over een akkefietje in de buurtspeeltuin.

Op de middelbare school produceerde Leo nog enkele vingeroefeningen waaronder de novelle ‘De strijd in het bos’ waarbij een opstandig insect zijn gemeenschap aanzette om alle vogels uit te roeien. Ook dit manuscript is verloren gegaan.

Een schrijversstilte van vele jaren duurde voort tot rampjaar 1997. Zijn vrouw onderging een ingrijpende operatie. Zelf kreeg hij op 18 september een hartaanval resulterend in vijf bypasses. Tijdens zijn herstelperiode schreef hij zijn omvangrijkste werk tot op dat moment ‘Een tweede leven’. Het herstel verliep voorspoedig. Ook geestelijk heeft Leo de gebeurtenis uitstekend verwerkt, waarschijnlijk door ‘van zich af’ te schrijven.

Begin 2012 begon het weer te kriebelen. Mogelijk door het lezen van de boeken van Preston & Child, waarvan met de regelmaat van de klok nieuwe titels verschijnen. De plot ontstond, characters, verhaallijnen. Na het voorbereidende werk schreef hij relatief snel de eerste tien hoofdstukken. Andere zaken kregen echter de overhand. Soms was er een opleving van enkele weken, gevolgd door een lange periode van inactiviteit. Tot zijn emigratie naar Spanje. Aan achterblijvende familieleden, vrienden en kennissen schreef hij drie verslagen: ‘Berichten uit het Zuiden’ waarin hij zijn belevenissen in het nieuwe land uit de doeken deed. Dit leverde de nodige reacties op van het type ‘Wat een leuk verslag, jij zou een boek moeten schrijven. Dat trof, er stond nog een half gereed exemplaar op de computer. Die opmerkingen waren de brandstof voor nieuwe activiteit.

Andere activiteiten

De boog kan niet altijd gespannen zijn.
Tennis en skiën met zijn vrouw Rita waren sportieve activiteiten uit de vroegere jaren. In 2005 ontdekte hij het lopen. Aan zowel bekende als minder bekende prestatielopen nam hij deel. De Egmond Loop (de eerste loop van het jaar), de Dam tot Dam loop en de Zeven Heuvelen Loop waren vaste prik. Zijn vrouw vergezelde hem op de eerste twee daarvan als supporter. Door blessuregevoeligheid moest zij zelf helaas afhaken van deze activiteit. Bezoek aan de sportschool en dansles deden ze wel gemeenschappelijk.

Reizen is een favoriete bezigheid van het koppel, op Antarctica na zijn alle continenten verschillende keren bezocht. Onderdompeling in andere culturen is een rijke bron van inspiratie voor het schrijven. Reizen is niet los te zien van culinaire geneugten met als gevolg dat thuis regelmatig gerechten uit alle uithoeken van de wereld op het menu staan. Om meer kennis te vergaren over zijn favoriete drank volgde Leo de Cursus voor het Wijncertificaat (©SVH).